20februari2018

Gruwelijke beelden op Facebook en Twitter

Hoe sociaal zijn we?

gruwelijk beeld op social media

Sociale media lijken geen gedragscodes te kennen. Of mensen hebben er lak aan. De meest gruwelijk beelden worden ongecensureerd online gezet. Zitten we daarop te wachten? Hoe moeten we omgaan met gruwelijke beelden?

Op Twitter en Facebook zijn plaatjes van afgehakte hoofden bijna net zo normaal geworden als foto’s van schattige katjes. Zonder aankondiging denderen ze je tijdlijn binnen. Moet je dít zien! Waar de kranten en journaals de poortwachters van onze beeldvorming zijn, heeft het internet lak aan censuur, gevoeligheden, privacy, integriteit en goede smaak. Het brengt ons de ongefilterde, rauwe – en vaak ook geënsceneerde of gemanipuleerde – werkelijkheid. Zonder zich af te vragen of het wel zo gezond is. En wat het met de kijkers doet.

Iedereen fotograaf

Omdat vrijwel iedereen tegenwoordig met een mobieltje op zak loopt, zijn camera’s altijd binnen handbereik. We communiceren snel en massaal. Dan schieten zorgvuldigheid, privacy en even tot tien tellen er vaak bij in. In de jacht op likes vormt het delen van schokkende beelden, kwetsende teksten of privacygevoelige informatie al lang geen taboe meer.

De meest gruwelijke voorvallen worden vastgelegd en direct online gedeeld. Met onbedoelde en vaak verstrekkende gevolgen. Toen een man bij een NS-station in Driehuis voor de trein sprong, maakten scholieren die op het perron stonden foto’s van het gruwelijke tafereel en plaatsen die meteen op Twitter. De beelden gingen rond en werden voorzien van commentaar dat grappig was bedoeld, maar dat absoluut niet was. Ook de zoon van de man die net was overleden kreeg de foto’s onder ogen. De verontwaardiging op Twitter was groot en de politie riep op de beelden direct te verwijderen. Waar is het respect voor onze medemens gebleven? Bij elk ongeluk – ernstig of niet – staan omstanders met camera’s in de aanslag. Voor de scholieren die getuige waren werd Slachtofferhulp ingeschakeld. Volgens de directeur hebben de tieners mogelijk in shock gehandeld. De scholieren hebben enorm veel spijt van het plaatsen van de foto’s en sommigen hebben hun accounts verwijderd.

Fotograferende ooggetuigen

Eind januari 2017 kwam zestienjarige scholier uit Almelo om het leven, doordat hij met zijn fiets werd geschept door een auto. Het ongeval vond plaats op een drukke kruising in de binnenstad en er waren nogal wat ooggetuigen, die meteen met hun mobieltjes foto’s en filmpjes maakten. De schok was groot toen bleek dat deze beelden via sociale media werden verspreid. “Beelden waarop de jongen te zien was, liggend in een plas bloed”, aldus een verontwaardigde Almelose moeder, die de beelden ongevraagd kreeg toegestuurd. “Afschuwelijk, uit respect voor de ouders heb ik ze meteen verwijderd.” Volgens de moeder kregen ook jonge kinderen van 12 en 13 jaar de beelden ongevraagd toegestuurd. Burgemeester Arjen Gerritsen sprak zijn afschuw erover uit en riep via Twitter iedereen op tot bezinning. „Dat je die beelden maakt is al heel wat, maar als je ze dan ook nog verspreidt is ronduit smakeloos. Het zegt iets over het gebrek aan medeleven van de mensen die dit doen.”

Facebook wil ook filteren

Bij gruwelijke aanslagen, zoals in Parijs, Londen, Barcelona en Nice maken serieuze nieuwsmedia in eerste instantie vaak gebruik van de beelden die door omstanders zijn gemaakt. Iets anders is op dat moment niet voorhanden. Maar een krant filtert de input die het ontvangt. Facebook en Twitter doen dat niet. Nog niet. Zowel Facebook als andere techgiganten zoals Google en Apple zeggen hard te werken aan beeldherkenningssoftware om verwerpelijke beelden in de toekomst te kunnen onderscheppen, maar het zal naar verwachting nog wel even duren voor dit succesvol kan worden ingezet. Er bestaan al algoritmes om afbeeldingen en tekst te screenen, maar voor bewegende beelden, en dan met name livebeelden, is dat technologisch veel ingewikkelder.

Naast de ontwikkeling van herkenningssoftware heeft Facebook 24 uur per dag een team klaar zitten waaraan misstanden (zoals het uitzenden van live streaming die niet door de beugel kan) gemeld kunnen worden. Alleen komt Facebook pas in actie als er wordt geklaagd over geplaatste content. En dan is het kwaad vaak al geschied.

Afstompingeffect

Hoe vaker we gruwelijke beelden voorbij zien komen, hoe minder ze binnenkomen, lijkt wel. De schrik die we bij de aanslag in het Bataclan in Parijs hadden, was groot. Iedereen was in rep en roer en Facebookprofielfoto’s veranderden massaal in de Franse vlag. Ook bij andere aanslagen is die schrik er nog steeds, maar het lijkt haast of we er aan gewend raken. En of de gruwelijke beelden daarmee minder lading krijgen. Wat is het effect van al die narigheid op ons netvlies? Mediapsycholoog William Rice zegt hierover: “Als je herhaaldelijk wordt blootgesteld aan media-content die in eerste instantie als schokkend wordt ervaren, kan dat na verloop van tijd juist zorgen voor afstompingseffecten: je vindt iets steeds minder heftig. Na verloop van tijd doet het je gewoon niet zo veel meer. In de psychologie wordt dit wel aangeduid als desensitization (ongevoeligheid) voor bepaalde stimuli.”

 

Meer begrip

Toch is er misschien nog een positieve kant aan deze ontwikkeling. Omdat we niet meer kunnen wegkijken, worden we geconfronteerd met de harde realiteit en zien we beelden van slachtoffers van extreem pestgedrag, vlak voor ze zelfmoord plegen. Of worden we geconfronteerd met mensen die om andere redenen ervoor kiezen een eind aan hun leven te maken. Misschien krijgen we hierdoor meer begrip voor onze medemens én misschien kunnen we meer in actie komen om mensen in nood te helpen daar waar mogelijk.